Ieder van ons heeft zijn of haar gewoontes moeten aanpassen dit jaar. Wat we al jaren gewoon zijn, hebben we anders moeten (leren) doen.
Zo ook In4care. We mochten dan stilaan de gewoonte opgebouwd hebben om een dynamisch, interactief, energie-gevend zorgfestival te organiseren. Maar elkaar in persoon ontmoeten, moeten we al even anders (leren) doen.
Het werd een aanpassen dus… Een leren ook... Om met dit zorgfestival de digitale weg op te gaan die we allemaal - ondertussen wel - zodanig gewoon zijn dat het slaapverwekkend geworden is: Skype-marathons. Zoom-fatigue. Schermvermoeidheid. Het werd de opgave om iets wat mensen ondertussen moe geworden zijn, toch opnieuw energie, dynamiek en leven in te blazen.
Gelukkig hebben we dit jaar gezien hoe Tomorrowland hun feeërieke feest omtoverde tot een virtueel walhalla dat de mensen even deed vergeten dat ze uit het dak aan het gaan waren in hun eigen woonkamer. Zo ook wilden we dus met in4care een digitale overspoeling van zorginspiraties brengen, die zorgactoren even deed vergeten dat het water hen dit jaar vaak wel eens aan de lippen stond.
Fysiek werd zo virtueel. Maar dynamisch bleef dynamisch; interactief werd nog interactiever, energie-gevend werd een niet-leeglopende, digitale batterij aan punch en pit. Het zorgfestival werd met veel enthousiasme (en Healthusiasme) onthaald. Kijk maar even mee naar wat kijkers over tweetten/chatten (in deze blogpost), wat ze ervan meenemen in hun werk (in deze blogpost), of hoe één specifiek bezoeker het beleefd heeft (in deze blogpost).
Maar wat hebben wij dan zelf geleerd, in dit anders doen?
1. Het belang van ontspanning: Van op afstand [ zo gaat dat meestal digitaal natuurlijk ] , kan het een evidente keuze lijken om dagelijks live muziek en een DJ-set te programmeren op een event dat als ambitie heeft om de Tomorrowland-beleving van de zorg te zijn. Maar zo evident is het alvast niet om een vier meter lange vleugelpiano snel eventjes in elkaar te plooien; om de band van Yevgueni een podium te geven dat er niet eens is; of om te DJ’en zonder dat je het publiek aanvoelt. En welke truc moet je in hemelsnaam uithalen om goochelen digitaal te laten slagen? Spannend allemaal. Maar deze ontspanning is zo van belang om de virtueel verzadigde kijkers te ontladen. Na elke muzikaal intermezzo weergalmden de superlatieven werkelijk door de chat heen.
2. Echt, Interactief: Digitale meetings zijn vaak afstompend omdat ze niet echt aanvoelen. Dus hoe echt kunnen virtuele interacties dan zijn? De virtuele muur van het scherm beschermt ons van een blootstelling die we inderdaad liever mijden. Maar zovelen kwamen uit hun digital schelp en gingen voluit in debat. Anderen kwamen van onder hun virtuele steen om vragen te stellen, suggesties of feedback te geven. Fysieke events worden zomaar geacht interactief te zijn omdat mensen gemakkelijk tegen elkaar zouden kunnen praten. Virtuele meetings doen dan eerder weer denken aan hersenloos zappen tussen kanalen op zoek naar iets interessant in beeld. Maar het neveneffect van gefocuste, virtuele events met interessante content was ons tot nu ongekend: Nog nooit zagen wij zo veel interactie met de persoon die presenteerde, onderling in de chat, in de booths, of in de network lounge. Je gelooft het pas echt, als je het in het echt ziet hoe echt het virtuele kan zijn.
3. Vruchtbare relaties: Dat digitale oplossingen vruchtbare relaties kunnen doen ontstaan, getuigen de vele Tinder babies al een aantal jaren. We waren dus in blijde verwachting dat mensen ook tijdens dit zorgfestival gingen verbinden met meer dan alleen het internet. Maar we hadden nooit durven dromen dat deze interactiviteit ervoor ging zorgen dat mensen echt hun match gingen vinden om potentieel iets moois te doen geboren worden. In de rand van deze 72 sessies met 104 sprekers, maar ook in de 94 intieme booths, bleken velen toch te melden het dekseltje voor hun potje gevonden te hebben.
4. Ondertussen in het kabouterdorp: Wat leek te bloeien tussen de mensen voor hun scherm, was even zo het geval achter de schermen. Op een fysiek festival is de organisatie letterlijk fysiek verspreid. Deze keer zaten we allemaal gezellig dicht opéén [ lees minstens 1,5m ] in het crisiscentrum. Als overactieve kabouters vervulden we gretig onze complementaire taken, terwijl de opperkabouter het geheel aan één charmeerde. Maar elke kabouter stak alvast af en toe de spreekwoordelijke vinger op naar de verbinding die soms eens “bandbreed” in de weg ging liggen. Voor sfeer en gezelligheid kreeg het kabouterdorp alvast een dikke 10.
5. Praat maar gewoon. Op een podium doen we het anders dan in een face-to-face gesprek. We gebruiken presentaties om het publiek te bereiken. Op televisie doen we het ook anders dan in een face-to-face gesprekken. We gebruiken filmpjes om de kijkers te bereiken. Op een professioneel evenement doen we het ook anders dan in een face-to-face gesprek. We gebruiken tal van jargon en engelse termen om de collega’s te bereiken… Als we een fysiek podium virtueel maken dan is het niet te verwonderen dat we snel neigen om diezelfde gewoontes over te nemen. Het publiek van kijkers dat eigenlijk ook onze collega’s zijn, willen we dus vaak gaan bereiken met presentaties en filmpjes, jargon en engelse termen. Dat kan. Dat zijn we gewoon. Maar dat hoeft helemaal niet. Zoals de inleiding aangaf, moeten we soms gewoon gewoontes leren anders doen. Vaak waren de meest engagerende sessies ‘gewoon' een gewoon praatje; alsof het een face-to-face gesprek was.
Zo zie je maar... Wat je gewoon bent, moet je soms eens anders leren doen. Soms is aanpassen wat we moeten leren. Want dat is net innoveren…
Dank je aan iedereen om het anders te leren doen.
-Christophe-
in naam van het ganse Inspire Health & Care team